De Antwerpse filosoof-kunstenaar Leo Steculorum ontving zijn opleiding in de wijsbegeerte van de legendarische existentialist en Buchenwald-overlever Leopold Flam. Voor een formele opleiding tot beeldend kunstenaar was hij te dwars: de Antwerpse Kunstacademie weigerde zijn kandidatuur omdat hij op het ingangsexamen zijn eigen schilderij in tweeën knipte. Dat is Leo meteen ten voeten uit: een Einzelgänger die een leven lang zonder compromissen - en buiten de kunsthandel om - zijn bestaan aan een diepgaande bevraging heeft onderworpen.
Het is onmogelijk om binnen dit korte bestek recht te doen aan de geestelijke rijkdom die vervat zit in Leo's beeldende werk. We beperken ons daarom tot het aanreiken van een paar sleutels tot begrip. En meteen voegen we er dit cruciale advies aan toe: kijk zelf en let op wat zijn beelden met u doen. Ze zijn bijzonder krachtig, ze spreken een eigen taal en die taal doet een beroep op gevoel en intuïtie, en niet op logica en verstand. Het zijn abstracten, soms met herkenbare figuratieve elementen. Ze zijn bij de kunstenaar opgeweld uit wat hij "innerlijke beeldbeleving" noemt.
U zal misschien aanvoelen dat Leo's werk naar de diepte gaat. Wat is mijn bestaan? Wat is hét bestaan? De beelden die in me opkomen, in mijn dromen, mijn halfslaap, in wakkere toestand, die zich haarscherp aftekenen op mijn innerlijke oog, waar komen ze vandaan? Uit een dimensie die mijn eigen bewustzijn overstijgt misschien? En wat hebben ze te betekenen? Dat zijn de vragen die Leo zich stelt. Allicht zou hij zeggen: die zich aan mij stellen. Ze hebben zich vaak met een zeer grote intensiteit aan hem gesteld. Op de belevingswijze zelfs van diep doorleefde mystieke ervaringen. En behalve met dit concrete, persoonlijke beleven is elk individueel werk opgeladen met een schat aan betekenissen: filosofische bespiegelingen, echo's van oude mythes, elementen van Oosterse wijsheid, ...
Er zijn nog zulke kunstenaars geweest. Ze zijn eerder zeldzaam maar ze staan in een lange traditie van kunst die de geestelijke kant van de werkelijkheid uitdrukt. Abstracte grotkunst bij de prehistorische mens is er het begin van. Een andere verschijningsvorm is de idealiserende tendens in de klassieke Griekse beeldhouwkunst. In de vorige eeuw had je schilders als Wassily Kandinsky en Mark Rothko. Dichter bij ons mag je ook dichter Paul Van Ostaijen tot hen rekenen - niet toevallig zei Leo ooit zich met hem verwant te voelen.
Leo heeft in een zeldzaam interview uit 2004 onderscheid gemaakt tussen wat hij ideële en experimentele beelden noemt. De eerste soort beelden dienen zich kant en klaar aan in zijn geest waarna hij ze overbrengt op doek. De experimentele beelden zijn wilder, groter en meer gevoelsgeladen. Bij die werken is hij spontaan beginnen schilderen en heeft hij laten gebeuren wat er gebeurde. Het verschil tussen beide procédés verklaart veel van de stilistische variatie in het werk. Maar de toeschouwer zal er vrede mee moeten nemen dat zijn creaties vooral veel onverklaard laten: het bestaan voor Leo is en blijft een vraag. En elk antwoord is hoogstens een vermoeden.